Cupping

Cupping, ook wel vacuümtherapie genoemd, is een behandelmethode binnen de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) waarbij holle glazen bollen op de huid worden geplaatst. Door deze bollen van binnen met vuur te verwarmen, wordt de zuurstof weggehaald, waardoor er een vacuüm ontstaat. De bollen worden vervolgens snel op de huid geplaatst, waar ze zich vastzuigen.

 

Deze techniek bevordert de doorbloeding in spieren en weefsels en stimuleert bepaalde acupunctuurpunten. Daarnaast helpt cupping bij het naar het huidoppervlak trekken van afvalstoffen, wat het lichaam helpt deze stoffen beter af te voeren. Na de behandeling blijven er vaak rode of diep paarse plekken achter op de huid, wat normaal is en binnen enkele dagen vanzelf verdwijnt. Hoewel de behandeling niet pijnlijk is, kan het gevoel van de samengetrokken huid onaangenaam zijn.

 

Cupping kan worden uitgevoerd met bollen van glas, plastic of bamboe, en het vacuüm kan worden gecreëerd door de lucht in de bollen te verwarmen of met behulp van een pomp. De therapie wordt ingezet om wat in oosterse geneeswijzen bekend staat als ‘stagnatie’ te verlichten. Het wordt gebruikt bij aandoeningen zoals griep, kortademigheid en bronchitis, maar ook voor het behandelen van pijn in de nek, rug, schouders en andere spieren.

 

Na de behandeling zijn er vaak ronde blauwe tot paarse plekken zichtbaar op de huid, die na verloop van tijd verdwijnen. Cupping werkt diep door in het lichaam, en na het verdwijnen van de roodheid kan een merkbare verbetering van de klachten optreden.